Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast


Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast.

Het leven wiebelt. Soms slingert het zacht heen en weer, zoals een kind op een schommel. Misschien geef je het dan, net als dat kind, vol vertrouwen een extra duwtje, en ga je almaar hoger. Maar het leven kan ook wankelen, een kant op waggelen die je helemaal niet uit wil. Of het kan danig schudden en schokken, zodat je grondvesten daveren.
Op al deze momenten zijn er woorden.
WiebelWoorden zoekt ze samen met je op.
Omdat woorden helpen herinneringen te bewaren en belevenissen te delen. Omdat woorden een houvast bieden. En omdat het bijzonder prettig is woorden aan papier toe te vertrouwen.

Op dit blog vind je vooral woorden terug die binnen in mij wiebelden. Die zich puzzelden tot een anekdote, verhaal of gedicht.
Wiebel tijdens het lezen gerust mee op hun ritme.

dinsdag 27 november 2012

Vijfenveertig (32)

Daar wordt aan de deur geklopt

Iets meer dan een week voor Sinterklaas:

Nadat we gewassen zijn blijven mijn broer en ik nog even in bad. We spelen tuiniertje. Daarvoor ligt mijn broer op zijn buik. Ik plant wortelen, selder en prei op zijn rug en achterste. Het badschuim is de plantgrond. Mijn planterijen duren echter te lang naar de zin van mijn broer.
‘Hou nu toch eens op,’ roept hij, ‘’t Is mijn beurt.’
Hij probeert zich om te draaien, maar ik hou hem tegen. Mijn worteltjes staan immers nog niet mooi op een rij. En ik wil ook nog bloemen zaaien, want bloemen aan de rand van een veld, dat is pas mooi.
Mijn broer is het er niet mee eens. Hij spat water in mijn gezicht. Ik plets terug. De badkamer wordt hierbij nat.
‘Stop daar meteen mee!’ gebiedt ons moeke die ondertussen de lavabo proper maakt.
Ik spetter toch nog water naar mijn broer.
We moeten dadelijk uit het bad komen.
‘Stomme trut,’ sist mijn broer.
‘Je bent zelf stom!’
We trekken en duwen elkaar om voldoende plaats op de badmat te hebben. We slaan met onze handdoek zogezegd per ongeluk in elkaars gezicht en slingeren elkaar de lelijkste verwijten naar het hoofd.
‘ ’t Is genoeg nu,’ komt ons moeke tussenbeide.
Maar we doen lekker voort.
Plots wordt er keihard op de badkamerdeur geklopt.
‘Zwarte Piet!’ gilt mijn broer en springt naar de deur.
‘Ja, Zw…’ Ik verander in een standbeeld. Pas als mijn broer de hele bovenverdieping heeft afgespeurd en er toch geen Piet is te zien, kom ik terug in beweging. Stilletjes droog ik me verder af en trek mijn pyjama aan. Dan kijk ik ook nog even in alle kamers rond. Mijn laken ligt niet meer helemaal recht. En wat is dat op mijn hoofdkussen?
Een mandarijn, een ventje van chocola en letterkoekjes…

Meer over mijn vijfenveertigdagenproject lees je hier.

4 opmerkingen:

  1. Héérlijk verhaal, Veerle !
    Lie(f)s.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Je broer had lef, ik zou onmiddellijk in het afvoerputje van het bad gekropen zijn :-) Zalig verhaal.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik lees al een tijdje je vijfenveertigs mee, en vind ze stuk voor stuk prachtig!!

    Deze bracht me in een flits 42-of-zo jaar terug en bezorgde me hetzelfde spannende Sinterklaasbuikgevoel als toen... Heerlijk!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik vind het schitterend hoe je erin slaagt om je herinneringen van zoveel jaren terug om te zetten naar vaak herkenbare, soms ontroerende, maar altijd boeiende verhaaltjes... Mooi project! :-)

    BeantwoordenVerwijderen

Als het niet lukt hier te reageren en je toch graag je zegje wil doen, mag je altijd een woordje achterlaten op www.bloggen.be/sprokkels.

Dank voor je reactie!