Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast


Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast.

Het leven wiebelt. Soms slingert het zacht heen en weer, zoals een kind op een schommel. Misschien geef je het dan, net als dat kind, vol vertrouwen een extra duwtje, en ga je almaar hoger. Maar het leven kan ook wankelen, een kant op waggelen die je helemaal niet uit wil. Of het kan danig schudden en schokken, zodat je grondvesten daveren.
Op al deze momenten zijn er woorden.
WiebelWoorden zoekt ze samen met je op.
Omdat woorden helpen herinneringen te bewaren en belevenissen te delen. Omdat woorden een houvast bieden. En omdat het bijzonder prettig is woorden aan papier toe te vertrouwen.

Op dit blog vind je vooral woorden terug die binnen in mij wiebelden. Die zich puzzelden tot een anekdote, verhaal of gedicht.
Wiebel tijdens het lezen gerust mee op hun ritme.

dinsdag 26 april 2011

Scharminkel


Een hele poos al zijn Zoonlief en Beste Vriend zoet met tekenen en schilderen, maar plots vallen waterpotjes omver en vliegen  penselen door de lucht.
'Jij verbrodt mijn schilderij,' schreeuwt Zoonlief.
'Nietwaar!' verdedigt Beste Vriend zich. 'We tekenen gewoon samen.' Hij haalt uit naar Zoonliefs werk. Die trekt het snel weg. Een dikke oranje streep siert ons tafelblad.
'Rustig, jongens!' probeer ik de gemoederen te bedaren. Ik geef Beste Vriend een schoteldoek. 'Maak dat alvast maar weer proper.'
Hij kijkt me schuldbewust aan. 'Ik wil zo graag samen één ding tekenen. De ene het hoofd, de volgende het lijf,... dat is leuk.'
Na nog heel wat gehakketak geeft Zoonlief toe dat dat inderdaad leuk is. 'Maar dan moeten we wel met drie zijn...' beslist hij. 'Doe je mee, mam?'
Laat tekenen echt mijn ding niet zijn. Bovendien heb ik wel wat anders te doen. Maar vier ogen vol vraagtekens vermurwen me. Even later teken ik een ronde met snorharen op een vel papier. Onder de olifantenkop van Beste Vriend verzin ik een supersmal lijf. En bij de zebra-achtige figuur op het volgende blad krabbel ik iets wat moet doorgaan voor een pauwenstaart.  Als ik het vel met de ronde kop terugkrijg ga ik net als de jongens aan de slag met verf. Mijn tong hangt een stukje uit mijn mond. Ik werk mijn fantasiedier af met felgele ogen en ga weer over tot de orde van de dag. De vrienden trekken de tuin in.

Poetsen, koken, strijken, ik doe het allemaal trager dan gewoonlijk, want telkens weer word ik naar mijn tekening op de keukentafel gezogen, net als de damp uit mijn kookpotten naar de afzuigkap. Mijn misbaksel ligt er tussen de gekke beesten die de jongens schilderden. Zijn felgele ogen hypnotiseren me. Dringen door mijn huidporiën naar binnen. Mijn scharminkel krijgt een naam en twee broers. Het beleeft bijzondere dingen.
Ik klap mijn laptop open en tip...


zondag 17 april 2011

Gedicht

letters die  kletteren
en klateren op een blad
letters die schetteren
en schateren in ’t nat
die badderen en
fladderen zomaar
in ’t rond
letters die langzaam
               d
                r
            u
                 p
             p
              e
               n
                 op de grond

                               n
                           e
                        r
                           e
                        t
                     u
                        a
                     l
letters die k
snel naar omhoog
ze schrijven jouw naam
in mijn regenboog

vrijdag 15 april 2011

Ik schilder de honden blauw

We knutselen kameleonvlinders. Maar Briek houdt meer van honden. Hij schildert een hond, een blauwe hond. Meteen denk ik aan deze dichtbundel:

Ik schilder de honden blauw + cd


de oude boom met zijn
gedraaide takken
als klimop kruipen ze om
elkaar, als twee vrienden
er is maar weinig groen
en helemaal bovenaan
hangt blauwe regen
blauwe regen
in trossen die lijken neer te vallen
ik vind de oude boom prachtig

Evert Franssens

Evert heeft een verstandelijke beperking. Hij bezoekt het dagcentrum waar ik jarenlang werkte. Dit gedicht schreef hij tijdens een atelier dat ik begeleidde. Hij viel ermee in de prijzen.
Het gedicht werd gepubliceerd in het boek 'Ik schilder de honden blauw'(Stichting Ago/Uitgeverij De Stiel).
In deze bundel lees je ook gedichten van Martine Daems, Jessica Onsia, Monique Thielemans en Patricia Van Frausum, die gemaakt werden in 'mijn poëzieatelier'.  

Interesse in een poëzieworkshop voor mensen met een verstandelijke beperking? Neem gerust contact met me op.




donderdag 14 april 2011

Vertelnamiddag

Vijf wordt hij, de zoon van vriendin L. Voor het eerst mag hij vriendjes uitnodigen om dat te vieren. Ik steek vriendin L. een handje toe.

Acht paar kleuterogen kijken me aan. Hier en daar houdt iemand zijn hoofd schuin. Een enkele mond staat wagenwijd open, een andere glimlacht.  De jarige glundert.
We zitten in een kring op de speelmat en ik lees mijn verhaal De kameleonvlinder voor.

Een fragment:
Zachtjes kroop Dag uit bed en sloop naar de vlinder toe.
Wat was hij mooi!
Hij klauterde op een stoel, tilde zijn hand op en strekte zijn vingers naar de vlinder uit.
Toen ze hem bijna raakten, werden de vleugels plots lichtblauw. Zo blauw als de lucht op vakantie.
Dag werd er vrolijk van.


We smullen nog vlindertaart en kleuren, knippen en plakken kameleonvlinders.
Een gezellig middagje!

woensdag 13 april 2011

Van rijmelarij tot gedicht


Gisteren hielden de aprilse grillen Zoonlief en mezelf aan huis gekluisterd. We bekeken de dingen om ons heen en rijmden er gezellig op los.
Na een poos verschenen deze gedichten.

de kater houdt niet
van water
het zwembad
is hem te nat
vlug vlug weg
spit spet spat
pech…
toch nog nat!


groen, groen, groen
in de tuin
oei
ook wat bruin
een struik
verdord
dorst, dorst, dorst
wie geeft hem
water?

maandag 11 april 2011

Stille plek


Er zijn zo van die plekken die me in alle stilte veel vertellen. Plekken die me gewoonweg vragen om neergeschreven te worden.

zondag 10 april 2011

Gedicht

‘heb je me gemist?’
zal ik fluisteren

nog voor je lippen
een antwoord tuiten

echoot je ‘nooit’
door het huis

ik drink de klank
en weet het weer

ik reisde mee
in je binnenzak