Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast


Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast.

Het leven wiebelt. Soms slingert het zacht heen en weer, zoals een kind op een schommel. Misschien geef je het dan, net als dat kind, vol vertrouwen een extra duwtje, en ga je almaar hoger. Maar het leven kan ook wankelen, een kant op waggelen die je helemaal niet uit wil. Of het kan danig schudden en schokken, zodat je grondvesten daveren.
Op al deze momenten zijn er woorden.
WiebelWoorden zoekt ze samen met je op.
Omdat woorden helpen herinneringen te bewaren en belevenissen te delen. Omdat woorden een houvast bieden. En omdat het bijzonder prettig is woorden aan papier toe te vertrouwen.

Op dit blog vind je vooral woorden terug die binnen in mij wiebelden. Die zich puzzelden tot een anekdote, verhaal of gedicht.
Wiebel tijdens het lezen gerust mee op hun ritme.

zondag 31 juli 2011

Mijn schatkist


Een prachtige zin die me plots te binnen schiet, de aanzet van een gedicht, een bijzonder citaat, een verhaalidee,...  bewaar ik alle in deze doos. Ze kreeg een ereplaats op mijn bureau.
Ik kruip wel eens met de doos op mijn schoot op de bank en blader dan tussen de woorden. Als ik geluk heb groeide de zin tot een verhaalscène of de gedichtenregels tot een brok poëzie. Door het verhaalidee trippelen soms heuse personages of tekenen de plaatsen waar alles zich afspeelt zich duidelijk af.
Op zulke momenten trek ik me terug met mijn laptop, pen en papier. Het durft dan lang, heel lang stil blijven op dit blog.

woensdag 20 juli 2011

Gedicht

Zullen we nog spetteren
in speelse golven,
nippen van elkaars zee
en langzaam dronken worden?

Zullen we nog kwetteren
in hoge bomen,
klimmen tot op de maan
en hand in hand naar beneden duiken?

Zullen we nog knetteren
voor het haardvuur,
dansen in de vlammen
en smelten als chocola op onze tong?

Zullen we nog?

zondag 17 juli 2011

De koudste julidag sinds de weerwaarnemingen in 1833

10 juli 2011:
W. en T. laten de champagne knallen. Vandaag werd hun dochtertje, Jana geboren. Meer dan tien jaar liet ze op zich wachten. Grote zus, Elise (14 jaar) mag meter zijn. Daar is ze ontzettend fier op. 'Ik hoop dat mama en papa nog regelmatig een stapje in de wereld gaan zetten,' zegt ze, 'want op dit schatje wil ik wel alle dagen babysitten.'

12 juli 2011:
Elise ontwaakt met een verschrikkelijke pijn ter hoogte van haar borst. Haar papa voert haar naar het ziekenhuis. Het ene onderzoek volgt er het andere op. Elise houdt het niet meer van de pijn en wordt in een kunstmatige coma gebracht. Het vlijmscherpe verdict valt: botkanker. Een gezwel zo groot als een tennisbal drukt op Elises borstbeen. Baby Jana slaapt door dit vreselijke nieuws door.

14 juli 2011:
De artsen stellen een zware behandeling voor. Maar voor die kan opgestart worden overlijdt Elise.
Het is de koudste julidag sinds de weerwaarnemingen in 1833. In ons dorp is het nog een heel pak kouder.

Ik wens de familie van Elise heel veel sterkte toe.

donderdag 14 juli 2011

Siësta

In 2008 schreef ik:

Als ik thuiskom zorgt een oranje streep boven de boomtoppen voor wat kleur in de sombere hemel. Een vlucht eenden trekt voorbij. Een paard hinnikt. Op het veld is een gebogen schim  druk in de weer. Een knalgele driehoek beschermt zijn hoofd tegen de regendruppels. Deze vogelverschrikker is hier een vast ingrediënt zoals spek in een boerenomelet.
‘Joe!’, buldert hij naar me. Ik zwaai terug en ren gauw naar binnen.

Als ik wat later naar buiten kijk is het opgehouden met regenen. Er is geen beweging meer op de akker. De boer ligt met zijn benen opgetrokken in de natte graskant. Roerloos. Zijn gele hoed even verderop.
Die heeft iets gekregen, flitst door me heen. Wat nu? Een ziekenwagen bellen? Zijn oude vader verwittigen? Als versteend staar ik voor me uit. Dan bedenk ik dat ik best eerst even kan kijken hoe erg het met hem is gesteld. Misschien kan hij nog praten. Net als ik de voordeur opendoe sukkelt hij weer overeind. Hij rekt zich langzaam uit.
‘Alles oké?’ roep ik.
‘Ja, effe ingedommeld!’ brult hij. Hij bukt zich en zet de driehoek weer op zijn hoofd. Dan stapt hij naar zijn kar toe en duwt ze voort tussen de groentebedden.

Enkele dagen geleden lag hij opnieuw in de graskant. Niet ik merkte hem op, maar een voorbijrijdende fietser. Hij belde wel een ziekenwagen. Geen hulp kon nog baten.
Overbuur is niet meer.