Nu Zoonlief bijna met de jeugdbeweging op kamp vertrekt komen als vanzelf de verhalen over de vorige kampen naar boven. We krijgen zowel dingen te horen die hij al honderden keren heeft verteld als nieuwigheden.
Dat hij in de tent 's morgens altijd als eerste wakker is en het dan zo gezellig vindt naar het gekwetter van de vogels te luisteren bijvoorbeeld.
Of dat ze tijdens een spel een paar minuten de tijd kregen om zoveel mogelijk kleren aan te doen. Hij had toen wel dertien broeken over elkaar aangetrokken. Stappen kon hij niet meer, zijn vrienden moesten hem dragen. Daarna hadden ze met al die kleren een klerenketting moeten maken. En zijn groep was, hoe kon het ook anders, gewonnen.
Ik begrijp plots hoe het komt dat een aantal broeken die eigenlijk al te klein hadden moeten zijn, hem nog steeds passen. Hij heeft ze tijdens dat spel immers flink uitgerekt.
Fijn kamp, Zoonlief!