Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast


Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast.

Het leven wiebelt. Soms slingert het zacht heen en weer, zoals een kind op een schommel. Misschien geef je het dan, net als dat kind, vol vertrouwen een extra duwtje, en ga je almaar hoger. Maar het leven kan ook wankelen, een kant op waggelen die je helemaal niet uit wil. Of het kan danig schudden en schokken, zodat je grondvesten daveren.
Op al deze momenten zijn er woorden.
WiebelWoorden zoekt ze samen met je op.
Omdat woorden helpen herinneringen te bewaren en belevenissen te delen. Omdat woorden een houvast bieden. En omdat het bijzonder prettig is woorden aan papier toe te vertrouwen.

Op dit blog vind je vooral woorden terug die binnen in mij wiebelden. Die zich puzzelden tot een anekdote, verhaal of gedicht.
Wiebel tijdens het lezen gerust mee op hun ritme.

dinsdag 6 november 2012

Vijfenveertig (11)

Kijkstage

Twaalf jaar na de eerste keer volg ik juffrouw Maria opnieuw op de trap met de rode leuning. Alleen is die trap lang niet meer zo breed als toen. De leuning is ook een flink pak lager. Op de speelplaats was het me al opgevallen dat die heel wat kleiner is geworden, en dat het bureau van zuster Pancratia ondertussen een bureautje werd. Zuster Pancratia zelf is hier niet meer te bespeuren. Juffrouw Maria vertrouwt me toe dat het ook voor haar haar laatste schooljaar is. Eigenlijk is ze hier blij om.
‘Het is erg veranderd sinds jullie bij mij in de klas zaten, hoor!’ zucht ze, ‘Jullie waren de laatste generatie brave leerlingen. Wat ze tegenwoordig allemaal durven uitsteken… En wat ze van ons eisen…de ouders, de regering,…’
Niet meteen opbeurend nieuws voor de eerstejaarsstudent lerarenopleiding die ik ben, maar ik laat de moed niet zakken. Juffrouw Maria is gewoon moe, sus ik mezelf.
In het klasje herken ik meteen de grote zandtafel. Erin staat een maquette van de school zoals wij die ook nog hebben gemaakt. De klaspop, Joke zit nog net als vroeger op de kast, maar aan de muur hangen niet meer de woordjes ‘an’ en ‘jan’, wel ‘ik’, ‘maan’, ‘roos’, ‘vis’,…
Zodra de schoolbel luidt, wring ik me op een bankje helemaal achteraan en haal mijn cursusblok te voorschijn.
De kinderen kijken me nieuwsgierig aan als ze het lokaal binnenkomen.
‘Dat is Veerle,’ zegt juffrouw Maria, ‘Ze heeft hier ook nog bij mij in de klas gezeten. Nu wil ze zelf juf worden en daarom komt ze eens kijken.’
Ik noteer de dingen die me opvallen. Regelmatig draait een hoofdje zich om en glimlacht een mond verlegen. Dat deze leerlingen niet meer braaf zijn, merk ik niet.
Juffrouw Maria geeft les op de manier die ik me herinner. Veel moeite moet ik dan ook niet doen om me weer het eersteklassertje van toen te voelen.

Meer over mijn vijfenveertigdagenproject lees je hier.

1 opmerking:

Als het niet lukt hier te reageren en je toch graag je zegje wil doen, mag je altijd een woordje achterlaten op www.bloggen.be/sprokkels.

Dank voor je reactie!