Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast


Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast.

Het leven wiebelt. Soms slingert het zacht heen en weer, zoals een kind op een schommel. Misschien geef je het dan, net als dat kind, vol vertrouwen een extra duwtje, en ga je almaar hoger. Maar het leven kan ook wankelen, een kant op waggelen die je helemaal niet uit wil. Of het kan danig schudden en schokken, zodat je grondvesten daveren.
Op al deze momenten zijn er woorden.
WiebelWoorden zoekt ze samen met je op.
Omdat woorden helpen herinneringen te bewaren en belevenissen te delen. Omdat woorden een houvast bieden. En omdat het bijzonder prettig is woorden aan papier toe te vertrouwen.

Op dit blog vind je vooral woorden terug die binnen in mij wiebelden. Die zich puzzelden tot een anekdote, verhaal of gedicht.
Wiebel tijdens het lezen gerust mee op hun ritme.

zondag 11 november 2012

Vijfenveertig (16)

Sinte Mette

Nog vroeger dan anders wip ik uit mijn bed. Mijn ontbijt wurm ik in sneltreinvaart naar binnen. Ik hang de witte katoenen zak, die ons moeke van een oud laken speciaal voor Sint Maarten heeft gemaakt, rond mijn hals, en roep: ‘Ik ben weg, he!’
Maar ons vake steekt daar een stokje voor. ‘’t Is nog veel te vroeg,’ zegt hij streng. ‘ De mensen slapen nog. Pas om negen uur mag je vertrekken.’
Negen uur, dat is verdorie nog een half uur wachten. Maar mopperen heeft geen zin. Ons vake verandert toch niet van gedachten. Ik speel nog even met mijn pop. Om vijf voor negen hang ik de zak opnieuw om mijn hals. Ik doe mijn dikke jas aan, en mijn wanten. Mijn broer zet de papieren mijter op, die hij maakte op school. Ook voor hem is er een zak.
Even later bellen we aan bij de buren.
‘Sinte Mette van de ruggenuchte…’
Onze buurvrouw wappert met een briefje van twintig frank voor elk van ons. Ze steekt ook een koek in onze zakken.
We lopen naar het volgende huis.
‘…en met zijnen grijze baard, juffra’ke wilde me kabaske is vullen…’zingen we nog voor de deur opengaat ‘…en laat ons ni lang ne mie staan, want a hust, a he den valling, geft hem e pastilleke, ’t zal overgaan…’ In ruil voor ons lied krijgen we een handvol snoep.
Na een poosje voegt Annick zich bij ons. Zij heeft ook een mijter op en een deken als mantel om haar heen geslagen. Met ons drieën klinkt het allemaal nog luider.
‘Sinte Mette oep de kruk, geft nen appel of e stuk, geft e peir, of e smeir, Sinte Mette den beideleir …’
We doen huis na huis aan in onze straat, en de andere straten in onze buurt. Als een groepje kinderen op het huis afstapt waar wij net naartoe willen, rennen we om hen voor te zijn. De kou schudden we van ons af door nog harder te zingen. ‘A hè zane mantel deurgesneeje, oem aan den arreme te geve, hij beloofde aan z’n vrou datem koeke bakke zou, Ivo, Ivo, datem koeke bakke zou…’
Als de voordeur ergens toe blijft brullen we: ‘Hoog huis, liejg huis, d’er zit een gierige pin in huis!’
Maar meestal wordt er wel opengedaan en stopt men iets lekkers in onze zakken. Tegen de middag zitten deze dan ook bomvol. Een reuzenlolly is het laatste wat er nog bij kan. Zo’n grote lolly hebben we nooit eerder gezien. Hij heeft een doormeter van wel tien centimeter.
We spreken met Annick af eerst thuis een hapje te eten en dan opnieuw samen op pad te gaan. Bij deze mevrouw komen we dan vast en zeker nog een keer zingen.
Als ik thuis in de warmte kom tintelen mijn tenen en lekt mijn neus. Snel eet ik een boterham. Ik kap mijn zak leeg op de tafel en bekijk mijn buit. Het fruit dat ik heb gekregen, leg ik in een schaal. Dat mogen ons moeke en vake opeten. De snoep en de koeken komen in een grote mand, behalve enkele koeken die ik meteen opsmul. De lolly bewaar ik voor straks.
’s Namiddags heeft mijn broer geen zin meer, maar Annick en ik trekken er weer op uit. We moeten nu verder wandelen voor we bij huizen komen waar we nog niet zijn geweest. Na een poosje zijn we het ook beu. Alleen bij de lollymevrouw gaan we nog langs. We zingen extra mooi.
Ze lacht, maar zegt: ‘Jullie waren hier deze voormiddag al, he?’
We krijgen geen lolly meer. Dat is pech!
Maar het was toch een vruchtbare dag.

Meer over mijn vijfenveertigdagenproject lees je hier.

3 opmerkingen:

  1. Kan me niet herinneren dat wij voor Sintemette gingen zingen. Enkel bij dreikeuningen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Sinte Mette zingen is een Mechelse traditie.
      Waar we nu wonen gaan ze op 31/12 koekenzingen.
      Tradities zijn erg streekgebonden, he.

      Verwijderen
  2. Wij gingen Driekoningen zingen, Veerle, met een draaiende zilveren ster. De buit was nooit zo groot als bij jou. In de buurt waren meer 'gierige pinnen' !
    Lie(f)s.

    BeantwoordenVerwijderen

Als het niet lukt hier te reageren en je toch graag je zegje wil doen, mag je altijd een woordje achterlaten op www.bloggen.be/sprokkels.

Dank voor je reactie!