Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast
Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast.
Het leven wiebelt. Soms slingert het zacht heen en weer, zoals een kind op een schommel. Misschien geef je het dan, net als dat kind, vol vertrouwen een extra duwtje, en ga je almaar hoger. Maar het leven kan ook wankelen, een kant op waggelen die je helemaal niet uit wil. Of het kan danig schudden en schokken, zodat je grondvesten daveren.
Op al deze momenten zijn er woorden.
WiebelWoorden zoekt ze samen met je op.
Omdat woorden helpen herinneringen te bewaren en belevenissen te delen. Omdat woorden een houvast bieden. En omdat het bijzonder prettig is woorden aan papier toe te vertrouwen.
Op dit blog vind je vooral woorden terug die binnen in mij wiebelden. Die zich puzzelden tot een anekdote, verhaal of gedicht.
Wiebel tijdens het lezen gerust mee op hun ritme.
zondag 31 maart 2013
dinsdag 26 maart 2013
Nieuw op mijn boekenplank
-Rood of waarom
pesten niet grappig is/ Jan De Kinder: 'Het is iets van niets. Het is zo klein.
Er is niemand die het ziet. Alleen ik.' Een meisje merkt dat Tuur bloost.
Ze lacht. Even later lacht de hele klas en wordt Tuur ontzettend gepest. Dat is
niet meer grappig. Gelukkig is het meisje dapper en durft ze tegen de juf te vertellen
wat er aan de hand is. De Kinder
toont hoe klein en onbedoeld pesten vaak begint, maar al snel uitgroeit tot
iets reusachtigs. Hij toont ook hoe sterke kinderen dit pesten een halt kunnen
toeroepen.
Grijs, zwart, aardetinten, een vleugje groen en
natuurlijk rood kleuren niet alleen dit boek, ze insinueren ook alle emoties
die bij dit verhaal te pas komen. De
Kinder heeft daarnaast weinig lijnen nodig om zijn verhaal te vertellen en
de gevoelens van de personages duidelijk te maken. Hij gebruikt af en toe
collage- of druktechnieken. Woorden heeft De
Kinder evenmin veel nodig, maar degene die hij gebruikt zijn wel steeds
raak gekozen. Zo staat er telkens veel meer dan er staat.Een schitterend boek om met kinderen over pesten, en het stoppen van pestgedrag te praten.
Voor kinderen vanaf 4 jaar.
****
-Warres vleugels/ Inge Bergh en Alain Verster: Ietwat mysterieus, sprookjesachtig, is dit verhaal over
Warre, een jongen die bij zijn vader woont, maar niet aan diens hoge
verwachtingen kan voldoen. 'Hier komt
niets van je terecht,’ heeft die
vader gezegd voor hij hem op pad stuurt, 'Zoek
iemand die je af en toe een schop onder je kont geeft. Je moet vooruit!'
Warre gaat op zoek naar iemand die hem letterlijk zo'n schop geven wil. En ook
al vindt hij die niet, hij leert veel onderweg en ontdekt zijn eigen kracht. Bergh is zuinig met woorden, wat er geen
gemakkelijk verhaal van maakt, maar een dat erom vraagt meerdere keren gelezen
te worden, zodat het kan groeien, net als poëzie.
De illustraties van Verster sluiten daar perfect bij aan,
want zij zijn puur poëzie. Grijze, beige, gele en bruine tinten overheersen de
meestal paginagrote prenten, waarin volop herfstbladeren opdwarrelen en vogels
rondfladderen. Ook zij moeten meer dan een keer worden bekeken om er ten volle
van te kunnen genieten. Wie deze moeite doet ontdekt een bijzonder verhaal over
verwachtingen en onmacht, opgroeien en loslaten, en vooral ook liefde.Voor kinderen vanaf 8 jaar.
****
-Twee tieten in een
envelop/ Wim Daniëls: ‘Mag je nog lachen als je moeder doodziek is?’ is de
ondertitel van dit boek en meteen een van de vragen die Wietske voortdurend
bezig houden, want haar moeder heeft kanker en zal niet lang meer leven. Ze
stapt alvast uit de moppenclub op school.
Daniëls vertelt
het verhaal van Wietske en haar moeder rechttoe, rechtaan. Scherp. Hij toont de
hele ziekte door de ogen van Wietske: hoe haar moeder haar haren verliest, hoe
ze hoe langer hoe meer in bed blijft, hoe papa telkens weer ‘gemaakt’ vrolijk
doet en hoe Wietskes broer zo boos is dat hij zelfs vergeet lief te zijn voor
de moeder zelf, tot Wietske hem enkele dagen voor haar dood bij haar moeder in
bed aantreft. Een levensecht verhaal, nergens overdreven sentimenteel, dat je toch naar de keel grijpt.
Voor kinderen vanaf 10 jaar.
***
-Mijn meneer/ Ted Van
Lieshout: Eigen belevenissen zijn de basis van deze roman over de relatie
tussen de elfjarige Ted en ‘zijn meneer’. Ted ontdekt een briefje in een
kapelletje, waar hij wel eens stopt op weg naar school. Het blijkt er gelegd te
zijn door een man die pas in het dorp is komen wonen. Het is het begin van de vriendschap
met die man, een vriendschap waarbij de meneer het Ted erg naar de zin wil
maken, maar tegelijk telkens meer de grenzen van het toelaatbare overschrijdt.
Enerzijds voelt Ted dit aan, anderzijds geniet hij
er ook van. Hij durft er in elk geval tegen niemand over te vertellen, behalve
tegen Maria uit het kapelletje, die hij brieven schrijft.
In deze roman zijn de brieven gebundeld. Zo slaagt Van Lieshout erin het verhaal volledig
vanuit het kind te schrijven, zonder ergens te duiden of te veroordelen. Dat is
sterk. Als lezer krijg je hierdoor een genuanceerd beeld. Het ene moment ben je
boos op de meneer, dan weer kan je begrip opbrengen voor de relatie. Een roman
die met veel moed is geschreven.Voor volwassenen.
****
Labels:
boeken,
dood,
familie,
kanker,
lachen,
lezen,
opgroeien,
pedofilie,
pesten,
prentenboek,
samenwonen,
verwachtingen,
vriendschap,
ziekte
maandag 18 maart 2013
Genen
Vanmorgen flapte Zoonlief dit gedicht er zomaar uit.
Zou dichten in zijn genen zitten?
Kijk een rode bal
hij stuitert niet
hij vliegt niet
hij hangt gewoon
De zon komt op
©Zoonlief
Zou dichten in zijn genen zitten?
Kijk een rode bal
hij stuitert niet
hij vliegt niet
hij hangt gewoon
De zon komt op
©Zoonlief
zondag 10 maart 2013
De wijde wereld
Toen de tuin vanmorgen weer even wit zag, zweefden mijn gedachten naar dit moment:
Behoedzaam zette hij een poot op het sneeuwtapijt om hem vliegensvlug terug te trekken en rechtsomkeert te maken. Tot hij het, nadat ik de achterdeur nog verscheidene keren voor hem had geopend, eindelijk aandurfde de witte wereld in te stappen. Traag deed hij dat, poot per poot, voorzichtig, alsof een reusachtig monster vanonder de witte deken tevoorschijn zou kunnen springen om hem zomaar te verslinden.
Het enige echter dat in zijn buurt rondsprong, van tak naar tak in de hibiscus, was een roodborstje.
Pas toen hij dat in de gaten kreeg, vergat hij het gevaar en huppelde enthousiast naar het beestje toe en even later ook de wijde wereld in.
Toen het een dikke maand geleden even lente leek, ging hij opnieuw op pad. Trok hij opnieuw de wijde wereld in. Zonder angst nu.
We hebben hem niet meer teruggezien.
Behoedzaam zette hij een poot op het sneeuwtapijt om hem vliegensvlug terug te trekken en rechtsomkeert te maken. Tot hij het, nadat ik de achterdeur nog verscheidene keren voor hem had geopend, eindelijk aandurfde de witte wereld in te stappen. Traag deed hij dat, poot per poot, voorzichtig, alsof een reusachtig monster vanonder de witte deken tevoorschijn zou kunnen springen om hem zomaar te verslinden.
Het enige echter dat in zijn buurt rondsprong, van tak naar tak in de hibiscus, was een roodborstje.
Pas toen hij dat in de gaten kreeg, vergat hij het gevaar en huppelde enthousiast naar het beestje toe en even later ook de wijde wereld in.
Toen het een dikke maand geleden even lente leek, ging hij opnieuw op pad. Trok hij opnieuw de wijde wereld in. Zonder angst nu.
We hebben hem niet meer teruggezien.
Labels:
afscheid,
ditjes en datjes,
dood,
huisdier,
kat,
poes,
verdwijning
zondag 3 maart 2013
Verspreking
D. kwam meer dan een uur te laat aan op school.
'Mijn oma is gestorven,' excuseerde hij zich, 'Ik moest haar helpen animeren.'
'Mijn oma is gestorven,' excuseerde hij zich, 'Ik moest haar helpen animeren.'
Abonneren op:
Posts (Atom)