Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast


Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast.

Het leven wiebelt. Soms slingert het zacht heen en weer, zoals een kind op een schommel. Misschien geef je het dan, net als dat kind, vol vertrouwen een extra duwtje, en ga je almaar hoger. Maar het leven kan ook wankelen, een kant op waggelen die je helemaal niet uit wil. Of het kan danig schudden en schokken, zodat je grondvesten daveren.
Op al deze momenten zijn er woorden.
WiebelWoorden zoekt ze samen met je op.
Omdat woorden helpen herinneringen te bewaren en belevenissen te delen. Omdat woorden een houvast bieden. En omdat het bijzonder prettig is woorden aan papier toe te vertrouwen.

Op dit blog vind je vooral woorden terug die binnen in mij wiebelden. Die zich puzzelden tot een anekdote, verhaal of gedicht.
Wiebel tijdens het lezen gerust mee op hun ritme.

maandag 18 juni 2012

Wedstrijd

Het eerste lesuur staat er voor Zoonlief zwemmen met kleren aan op het programma. Hij kijkt er ontzettend naar uit. Nog voor mijn wekker afloopt hoor ik hem al naar beneden drentelen. Daar dekt hij, helemaal uit zichzelf, de ontbijttafel. Ik hoef hem niet, zoals op andere dagen, aan te sporen om verder te eten, zelfs niet om zich te gaan wassen en zijn kleren aan te trekken. Nee, ik ben zelf nauwelijks aangekleed als hij al klaar staat met zijn jas aan en al. Zeker twintig minuten vroeger dan anders zet ik hem aan de schoolpoort af.
Zoals gewoonlijk rijd ik ineens door om boodschappen te doen. Dat de supermarkt zo vroeg nog niet open is, merk ik pas als ik al bijna voor de deur sta. Naast die deur staat een grijzende vrouw. Streng als een buitenwipper kijkt ze voor zich uit. In haar hand houdt ze een grote boodschappentas. Ik zet me een eindje verderop. Algauw komen er meer mensen aan. Een kale man op sloffen. Een overjaars koppel in identieke short en sweater, met sportsokken in sandalen. Een heer in een pak uit de vorige eeuw. Twee taterende dametjes. Een vrouw met mondhoeken die zich naar de stoep toe buigen. Een man met een velouren broek waarvan de boorden zijn omgeslagen en de rits openstaat. En nog een man die in een hoek van zeker negentig graden voortsjokkelt. Een ding hebben ze allen gemeen: ze zien eruit alsof ze nog de hele dag tijd hebben.
Toch beginnen ze druk naar hun horloges te staren als het bijna negen uur wordt. Enkelen loeren door het raam naar binnen. De man op sloffen tuurt zelfs de winkel in met zijn hand boven zijn ogen als Winnetou. Hij zucht. Als de kerkklok slaat wordt er nog meer gezucht. Allen schuifelen ze naar de deur. Zodra de lichten worden aangeknipt schuiven ze nog een tikje vooruit. Als een minuutje later de winkeldeur openzwaait dringen ze om als eerste binnen te zijn.
't Is de vrouw met de mondhoeken, die ondertussen de stoep al bijna raken, die wint.

7 opmerkingen:

  1. Héérlijk geschreven, Veerle !
    Nu nog zo'n verhaaltje over 't zwembad...
    Lie(f)s.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heel mooie sfeer woordjes ..... ik proef het wachten, het duurt het nog lang ....

    Hoe is het met zoonlief gegaan ?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Misschien staan wij daar binnen een aantal jaren ook zo, een kwartier te vroeg :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Meestal doe ik boodschappen op woensdagvoormiddag maar als ik dan toch eens op zaterdag inkopen moet doen, dan verbaast mij dat telkens weer dat die senioren net die drukste dag uitkiezen om ook naar de supermarkt te gaan, terwijl ze toch een hele week te tijd hebben...

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Heel mooi beschreven. Ik heb het ook al eens meegemaakt.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Hier net hetzelfde aan de bakker. Elke zondagmorgen als ik naar mijn werk rijd, staan om 5u45 dezelde twee oude ventjes te wachten voor de bakker. Zouden ze niet door hebben dat die pas om 06 uur opengaat?

    BeantwoordenVerwijderen

Als het niet lukt hier te reageren en je toch graag je zegje wil doen, mag je altijd een woordje achterlaten op www.bloggen.be/sprokkels.

Dank voor je reactie!