Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast


Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast.

Het leven wiebelt. Soms slingert het zacht heen en weer, zoals een kind op een schommel. Misschien geef je het dan, net als dat kind, vol vertrouwen een extra duwtje, en ga je almaar hoger. Maar het leven kan ook wankelen, een kant op waggelen die je helemaal niet uit wil. Of het kan danig schudden en schokken, zodat je grondvesten daveren.
Op al deze momenten zijn er woorden.
WiebelWoorden zoekt ze samen met je op.
Omdat woorden helpen herinneringen te bewaren en belevenissen te delen. Omdat woorden een houvast bieden. En omdat het bijzonder prettig is woorden aan papier toe te vertrouwen.

Op dit blog vind je vooral woorden terug die binnen in mij wiebelden. Die zich puzzelden tot een anekdote, verhaal of gedicht.
Wiebel tijdens het lezen gerust mee op hun ritme.

maandag 9 juli 2012

Op het nippertje

Ik wilde nog enkele zomerspullen op de kop tikken. De wetenschap dat er in mijn maat slechts weinig moois meer is te vinden tijdens de soldenperiode, verbande ik naar de verste uithoeken van mijn gedachten. Mijn wagen zou ik in de betaalparking onder de markt achterlaten. Zo hoefde ik straks alvast niet kilometers ver, beladen met zakken en pakken, te stappen.
Het verkeer viel mee en ook de verkeerslichten waren me gunstig gezind. Zelfs op het grote kruispunt bij het binnenrijden van de stad, waar ik soms meer dan een kwartier stilsta, lachte de ontruimingspijl me vriendelijk toe. Met een gezwinde vijftig per uur draaide ik het centrum in, tot er plots een sprintende man in kostuum mijn pad kruiste. Nooit eerder duwde ik zo hard op mijn rempedaal. Mijn handtas op de stoel naast me vloog op de grond, en zelfs het kinderzitje op de achterbank tuimelde tussen de zetels. Ik miste de man op enkele centimeters. Eén tel keek hij me verwonderd aan en sprintte gewoon verder. Zijn aktetas zwaaide flink heen en weer. Zelf had ik iets meer tijd nodig om me te herstellen. Dat het de man was die het rode voetgangerslicht had genegeerd, en niet ik die onvoorzichtig was geweest, suste me nauwelijks. Met een hart dat tegen honderd in het uur klopte, hobbelde ik naar de parkeergarage. Hoe ik mijn wagen daar in een van de smalle vakken heb gekregen, herinner ik me niet meer.
Pas slenterend door de winkelstraten kwam ik weer wat bij zinnen. Tot mijn verbazing hingen er toch nog mooie spullen in de rekken, zelfs in mijn maat. Maar toen ik ze paste, zag ik telkens weer de man in het pak met zijn aktetas in de spiegel. Ik kocht dus maar niets.

7 opmerkingen:

  1. Oooh verschrikkelijk, hè, daar kan je echt een hele dag niet goed van zijn...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Pech én/of geluk..., het bestaat, Veerle...
    Lie(f)s.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. ik kan best geloven dat zo iets je niet onmiddellijk laat, dat nieuwe spulletjes kopen ineens bijzaak is

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat jammer voor je ... mss nog eens een dagje uitkiezen en dan toch wat meer genieten?

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Daar kan je behoorlijk van schrikken uiteraard! Gelukkig zonder erg!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Met dank aan de kleurenblinde haastige man heb je nu nog je centjes ipv wat kleren in de kast :-)

    BeantwoordenVerwijderen

Als het niet lukt hier te reageren en je toch graag je zegje wil doen, mag je altijd een woordje achterlaten op www.bloggen.be/sprokkels.

Dank voor je reactie!